Rubyteam in de gordel van smaragd - Reisverslag uit Bali, Indonesië van IEAvO - WaarBenJij.nu Rubyteam in de gordel van smaragd - Reisverslag uit Bali, Indonesië van IEAvO - WaarBenJij.nu

Rubyteam in de gordel van smaragd

Door: Rubyteam

Blijf op de hoogte en volg

27 Juni 2012 | Indonesië, Bali

Dag 1 (18 juli) Vertrek Amsterdam-Frankfurt Singapore
Omdat we om half 8 vliegen moeten we er wel liefst om half 5 zijn! Dat betekent een vroegertje, we nemen onze eigen auto mee naar Schiphol. Om 3.19 uur scherp vertrokken uit Twello, vlug gereden zodat we om half 5 al in Schiphol stonden en de Quartero’s ontmoetten. Even later maakten we kennis met Nicolien en Thera, Albert en Youri. Jasper kwam even later aanzetten met 2 dicht gesealde rugzakken. Wie niet kwam was de medewerker van Sawadee met de tickets. Na een telefoontje van Otto sloten we maar aan in de rij en waren we nog net op tijd voor de staartvleugelplaatsen. Emilie kreeg helemaal geen boardingpas meer, dat moest op Frankfurt worden geregeld. Even in een wipje gevlogen en toen lang wachten op Frankfurt, in elk geval was er wat te doen met die boardingpass van Emilie, Rob kreeg een speekselcontrole en Emilie verspeelde haar schaartje. De Singaporese stewardessen zagen er ook uit als in de reclame en waren vriendelijk. Je kon met je eigen schermpje een film kiezen; ik zag “the other Boleyn girl”. Ik zat naast Nicolien aan het gangpad. (Irene)

Dag 2 (19 juli) Aankomst Solo / transfer naar Yogyakarta
We vliegen in de ochtend door van Singapore naar Solo op Java. Vanaf Solo is het nog ongeveer twee uur rijden naar Yogyakarta, waar we een gezellig hotel met zwembad hebben.Op weg naar ons hotel doe je gelijk al veel indrukken op: markstalletjes met exotische vruchten, fietstaxi’s, kinderen in schooluniform, moskeeën en nog veel meer. Bij aankomst in het hotel kun je gelijk een verfrissende duik nemen in het zwembad en de rest van de dag kun je gebruiken om uit te rusten van de vermoeiende reis. Ons hotel ligt in een buurt met talrijke restaurantjes en winkeltjes. Yogyakarta is een vriendelijke, ontspannen stad en je zult meteen merken hoe enthousiast de Indonesiërs reageren op je aanwezigheid. Kinderen worden in het hele land vertroeteld en Europese kinderen kunnen op veel positieve aandacht rekenen.

Om 7 uur onze tijd werden we geacht te gaan slapen, en dat lukte ook wel een beetje. Ik werd wakker boven Khandahar; vreemd idee. ‘t ging verder over Pakistan en India op Singapore af. Hier hadden we (intussen 7 uur ‘s ochtends) tijd tot 13.45 uur. Je kon Singapore in met een bus.. hebben we gedaan, je moest er wel 5x5 papiertjes voor invullen, maar dan mocht je mee naar het reuzenrad (the Singapore flyer) en de Indian Village (Indiaas stukje, gezellig druk). Voor de rest is de stad veel meer een tuinstad dan ik had gedacht met relatief weinig hoogbouw.
De vlucht naar Solo ging nog redelijk snel. Op Solo kregen we een schitterend visum in onze paspoorten,; Emilie wilde meteen een eigen paspoort. We wisselden geld en vonden buiten reisleider Obbo Spanjaard, die, naar later bleek, ook de samensteller was van het reisprogramma. De familie Messchaert kwam uiteindelijk uit hetzelfde vliegtuig tevoorschijn, en na kennismaking stapten we in een grote touringcar (Bus Pariwisata) om naar Yogjakarta te rijden. O ja , dat was waar ook, men rijdt links in Indonesië (erfenis van Raffles). Het is hier intussen al half 4 zegt Obbo, om 6 uur gaat de zon onder. In de verte zien we de vulkaan Merapi die in 2006 nog uitbarstte. In de volgende dagen zullen we horen hoeveel schade hij aanrichtte.
Yogja is plattelandser dan we vermoedden, ons hotel (Brongto) betstaat uit een hoofdgebouwtje met allemaal kleine huisjes erbij. Wij hebben er 2; Sybren en Emilie in het ene, Rob, Irene en Annefloor het andere. Beide met een grappig buitenbadkamertje. Maar we duiken eerst in het zwembad. ‘s Avonds de eerste rijsttafel, niet eens zo pittig trouwens. (Irene)

Dag 3 (20 juli) Yogjakarta
Je zult tijd te kort komen in Yogyakarta, de sultanstad en het eeuwenoude artistieke centrum van Java. In een van de vele kunstacademies of in het grote paleis van de sultan (het Kraton) kun je vaak een repetitie of een uitvoering met gamelanorkest meemaken. In de stad worden vele oude ambachten uitgeoefend. Fraai bewerkt zilver, leer en textiel zijn er te koop. Yogyakarta is het centrum van oud Javaanse kunst zoals batik, en het maken van wajangpoppen. Het maakt de stad bij uitstek geschikt voor het kopen van souvenirs.
In de ochtend kunnen we een tocht per becak (fietstaxi) maken langs werkplaatsjes in de smalle stille straatjes.
Het is best spannend om je in het hectische verkeer te begeven maar gelukkig houdt iedereen goed rekening met elkaar. We bezoeken het Kraton, het paleis van de sultan. In het Kraton zijn vaak wajang- en dansvoorstellingen te zien, begeleid door een gamelan orkest. Daarna is het leuk om per becak een aantal kleinschalige galerietjes en handwerkplekken te bezoeken.
Het is een aanrader om tegen de avond wat rond te slenteren in de gezellige straatjes rondom Jalan Malioboro en een restaurantje uit te zoeken, of te lezen op de schaduwrijke binnenplaats van het hotel.

We gaan vandaag op stap met de becaks (rp 15.000 pp). Bijna iedereen een eigen becak; dus een enorme optocht. De rijders doen ook wel eens een wedstrijdje. Annefloor en ik hebben een becak samen. We fietsen eerst langs een enorm grasveld (de alun-alun) waarallerlei etenskarretjes en andong paardjes staan. Enorme paardenlucht ! Ook de olifant van de sultan schijnt hier te staan. We slaan linksaf naar het voormalig waterpaleis van de sultan. Je ziet er Arabische en Portugese stijlen in terug. Via een onderaards waterstelsel werd ooit water aangevoerd. Na de aardbeving in 1906 is het niet meer hersteld. In sommige baden staat nog wel wat water. Aan de buitenzijde van het paleis zijn huisjes van het voormalig paleispersoneel, nu een gewone woonwijk. We lopen door dit wijkje en vinden nog een andere onderaardse ingang naar het water systeem, aan de andere kant van de wijk wachten de becakrijders weer. We rijden nu naar het kraton, aardig druk daar, hoewel Obbo zegt dat het stil is. Een Javaanse meneer begint in het Nederlands tegen ons. Na het kopen van een fotopermit nemen we hem maar als gids. We zien het kantoor van de huidige (10e ) sultan en de ontvangstzalen (openlucht….), een klein museum over de 9e sultan die in 1934 in leiden afstudeerde en kennelijk erg geliefd was. Yogyakarta heft een soort provinciale status aparte en de sultan heeft nog beperkte politieke macht als gevolg van de rol van de 9e in de onafhankelijkheidsstrijd. Aan het einde van de route zien we een rehearsal van het gamelanorkest en de Javaanse danseressen. De orkestleden steken bij elke pauze een sigaretje op. Toch blijkt er wel rookpreventie campagnes te zijn getuige de vele spandoeken langs de weg.
Na het bezoek gaan we nog naar een batik galerie en een wajang kulit snijderij, daarna bezoeken we Tante Lies (r.m. Jawa timur/Jalan Parangtritis 75) ; een Indische dame die nog uit de Nederlandse tijd stamt. Aan de wand veel Nederlandstalige krantenberichten zoals: “Tante Lies gaat niet kijken naar Koningin Bettrik”. Het eten is lekker, gezamenlijk doden we onze eerste kakkerlak. Na de middag even gezwommen en toen voor diner met de becak naar Jalan Malioboro. We werden natuurlijk eerst bij een galerie gebracht, en ook tijdens onze wandeling werd menigmaal onze allerlaatste kans op het zien van de allerbijzonderste expositie op zijn allerlaatste dag onder aandacht gebracht. Obbo had ons al gewaarschuwd…(het mooie t-shirt praatje) We aten met bijna iedereen in een zijstraatje van Jalan Malioboro. (Irene)

Dag 4 (21 juli) Candirejo– Borobodur
Op een uurtje rijden van Yogyakarta ligt het sfeervolle en vriendelijke plaatsje Candirejo. Dit is een typisch Javaans dorp, op een steenworp afstand van de Borobudur. De bewoners hebben, gesteund door een ontwikkelingsorganisatie, een duurzaam toerisme project opgericht dat het Javaanse dorpsleven onder de aandacht wil brengen. Het is erg leuk om hier op je gemak rond te kijken en op te gaan in het dagelijkse leven. We maken een tochtje met een traditionele angdong (paardenkar), langs plantages en over schaduwrijke paden. De bewoners zijn ontzettend vriendelijk en vinden het erg leuk dat we hun dorp bezoeken. Bij één van de bewoners thuis wordt een heerlijke traditionele Javaanse lunch geserveerd, die Sawadee je aanbiedt. Alle inkomsten komen ten goede aan de lokale bevolking.
Aan het eind van de middag rijden we naar de Borobudur. Het is dan niet zo warm en druk meer. Dit is het grootste boeddhistische heiligdom ter wereld. Een lange stenen trap leidt naar de vele plateaus, die met grandioze reliëfs versierd zijn. Je kunt hier op eigen gelegenheid ronddwalen of een gids inhuren. De zonsondergang vanaf het hoogste plateau tussen de stoepa’s is altijd indrukwekkend.
Aan het eind van de dag rijden we weer terug naar ons heerlijke hotel in Yogja.

Dag 4 (210 juli 2009).
Dit hotel is heerlijk met het koele zwembad, we genieten er volop van. ‘s morgens ben ik voor het eerst zo uitgerust date en vroege duik voor het ontbijt lekker is. ‘t Ontbijt staat uit een omeletje, pannenkoeken, fruit en natuurlijk miegoreng en nasi goreng, theetje en een sapje erbij. Veiligheidshalve neem ik maar toast in plaats van eieren, blijkt een goede strategie te zijn. Candirejo ( op 1 uur van Yogja) is een duurzaam toerisme plaatsje. Ze leven van papaya, dit kan het hele jaar geoogst worden, rambutans (oogst in januari) cassave ( dit levert tapioca), waar ze cassaveschips van maken. We zien dit productieproces en proberen het zelf. In juli worden de jeruk geoogst. Verder groeit er nog een rood appeltje wat hallucinerend werkt en slangenfruit, een bruingeschubde vrucht. Er wordt hier geen rijst verbouwd want enige jaren geleden is het hier te droog voor geworden. De grond is wel heel vruchtbaar door de vele lava. Er groeit ook bamboe, die kan na 3 jaar geoogst worden, en wordt gebruikt voor constructie werkzaamheden.
Bij de lunch krijgen we orap, een Javaans bonenspruitjes gerecht met een heerlijk sausje; de rijsttafel was trouwens helemaal super; satés, sajur lodeh, krupuk..
Daarna gaan we naar de Borobudur, een belevenis op zich. Maria komt er niet op zonder de aankoop van een mooi tas, een aankoop die later zijn nut ruimschoots zou opbrengen..Wij kochten er 4 sari en 10 kaarten, tja en nu de postzegels nog…
‘s Avonds gegeten langs het spoor. We nemen, als het sirsak sap op is, maar eens doeriansap omdat we dat eens moeten proeven…Jasper is heel moedig en zet door op een groot glas, de andere drie glazen gaan terug naar de keuken. We wisten niet dat Otto ze wel had gelust.. Wij gaan het niet herhalen.(Irene)


Dag 5 (22 juli) bezoek Prambanan/ wandeling naar Tawangmangu
Langs tabak- en suikerrietvelden rijden we verder naar de mysterieuze, erotische Sukuhtempel, die hoog boven de vlakte gebouwd is. Ver beneden je ligt de laagvlakte van Centraal-Java te dampen in het tropenlicht.
We maken een mooie wandeling van ongeveer drie uur door dit ongerepte berggebied naar Tawangmangu. In dit deel van Java zien ze niet veel Europeanen en je zult heel wat bekijks trekken. Als er tijd is, nemen we aan het eind van onze wandeltocht nog een verfrissende duik in de buurt van een hoge waterval. De bus heeft inmiddels onze bagage al naar het hotel gebracht.

Zeer vroeg op. We gaan met de bus richting Solo om de Prambanan te bezoeken. Eindje verder rijden we bij Klaten. We zitten hier in de suiker, er staat een grote Nederlandse suikerfabriek die nog steeds in werking is. Ernaast een voorname villa. Zo droog vandaag, helemaal stoffig.. wel een lekker weertje.
De Prambanan is indrukwekkend in het ochtendlicht. We hebben een hele leuke Nederlands sprekende gids die veel weet te vertellen. Na elke grap zegt hij “Hnaa”, met een gekke kaakbeweging en schalkse oogjes, zo . dat het zo langzamerhand op onze lachspieren begint te werken. Het is verbazend hoeveel hier nog onder de vulkaanuitbarsting van eeuwen geleden (1060) ligt verborgen. De drie hoofdtempels (vlnr Shiva, Brahma en Vishnu) zijn prachtig gelegen.
Het complex is heel groot, maar slechts het topje van de ijsberg. En zo jammer, dat de in 2006 net beëindigde restauratie weer werd tenietgedaan door de uitbarsting van Merapi.


We rijden nu de centraal Javaanse laagvlakte uit, en komen met veel draaien en stijgen bij de Sukuh tempel. We gaan daar lunchen met een lekker lunchboxje van het hotel mee. Er kwam nog een zielig hondje bij ons zitten bedelen.
Tijdens de wandeling naar Tawangmangu zagen we kaneel en kruidnagelbomen met een hard leerachtig blad., met aan het einde van de tak rode uitlopers. Ze telen er wortelen, uien, papaya en tomaat. De wortels die aan de randen van the veld staan laten ze doorschieten zodat er en randje met bloemen ontstaat. Vaak is er ook een randje met rozen. Uiteindelijk komen we bij een poort met onduidelijke cijfers er op. Die cijfers blijken de datum van de onafhankelijkheidsverklaring te zijn 17-8-1945. Aan het einde van de tocht komen we bij een heerlijk koel zwembad onder een waterval, we sissen bijna als we er inspringen.
Rondom in het bos zitten de grijze apen. Het hotel waar we uitkomen is simpel, een mandibak en een toilet is het hele sanitair. Op een of andere manier heerst er een bergdorpsfeertje. Komt dat door de vele wandelaars? We hebben behoorlijk trek en doen de rijsstafel eer aan—alles op. Wanneer we in bed liggen horen we zeker 20x hallo roepen, toch maar eens kijken wat er is… Het blijkt Obbo te zijn die aan de binnenzijde van het toilet met de klink in zijn handen is blijven staan.. hij is zo verindischt dat hallo roepen het eerste bij hem opkomt..!
‘s Ochtends om 5 uur eindelijk een muezzin die mooi kan zingen..
(Irene)


Dag 6 (23 juli) naar Malang
Via een steile pas rijden we naar Madiun om van daar uit door Oost-Java te rijden. Aan het eind van de middag arriveren we in de koele stad Malang waar nog veel koloniale gebouwen te bewonderen zijn. Voor Nederlanders is het altijd leuk om in de bekende Toko Oen wat te drinken en de (vergane) glorie van Tempo Doeloe te ondergaan. ’s Avonds is de alun-alun (centrale stadsplein) heel levendig met flanerende mensen en eetstalletjes.

Dag 6 (23 juli 2008) We vervolgen de reis per bus. Op weg naar beneden op de berg verbouwen ze tabak, tomaat en ui. Ze staan op bolle richels (zoals asperges). We komen nog een ernstig scheefgezakt busje tegen (vooras gebroken). Op de reis rijden we door Maduin. Het is een lange reis maar er is veel te zien onderweg, bovendien heeft Obbo ons de opdracht gegeven de nog 6000 oorspronkelijk Nederlandse woorden in het Bahasa Indonesia op te sporen, dus we turen ook alle reclameborden af die langs de weg staan en dat zijn er heeel veel..Sommige plaatsjes gaan kilometers lang door, we zien veel scooters, wandelaars, becaks en angdongs (tweewielige paardenkarretjes)). De weg ligt soms iets hoger dan de omgeving met vaak aan twee zijden bomen die geverfd zijn met een wit stuk van ca 1 meter op ooghoogte, en omzoomd met zwarte strepen. Zo zie je ’s avonds ook nog goed. De eerst volgende grote plaats is Batu, we volgen de tocht op de kaart van Thera.

We eten ergens onderweg. Maria en Thera kopen er nog wat sarongs. We leren dat nasi campur eigenlijk onze nasi rames is en soto ayam kippensoep. Het eten is op een soort veranda, de stoel en tafelopstelling is wat eigenaardig, omdat een tafel loodrecht op de andere lange tafel staat en maar aan een zijde stoelen heeft, zodat het net lijkt of Felix, Sybren, Jasper, Youri en Otto het presidentiële comité vormen voor de rest. Naast ons zit een kaketoe in een kooitje.
Veel later komen we aan in Malang. In een deel van de stad zijn er nog koloniale huizen, wel mooi. We drinken thee bij Toko Oen; een beetje tempoe doeloe. We bezoeken nog de alun-alun, het stadspark; druk daar met mensen, de weinige toeristen gaan op in de massa. In de grote maal vinden we nog wat cadeautjes voor de voorraad.
Ons logies is bij tante Enny, (Jalan Taman Wilis hoek jalan Gading 4)een soort familiehotel voor oud Indiërs, met veel hokjes en huiskamertjes en een nagebouwd Bromomassief op de vloer van de begane grond. Enny verkoopt ook met verve vele batiks en jurken, ze worden ter plekke op maar gemaakt indien nodig.. De gasten van Enny komen er kennelijk al jaren, zelfs heeft ze een Haags Indisch accent, er liggen door het weer aangetaste gastenboeken die teruggaan tot 1981. Sommige Nederlanders schrijven er jaarlijks te komen, het personeel spreekt ook indisch-nederlands.
Het scheefgezakte busje van vanochtend was van een Nederlandse familie; de vooras was gebroken. Ze zitten in hetzelfde hotel.
Opnieuw nemen we een rijsttafel met z’n allen- niet te pedis- , en daarna slapen we op zolder, d.w.z. een bamboehutje op de bovenverdieping met jaloezieën i.p.v. ramen en 5 bedden. We maken met enig kunst en vliegwerk de 3 klamboes vast om de twee tweepersoonsbedden. Wel hoor je enorm het straatlawaai en natuurlijk (wel 4 maal) de muezzins van de stad. Hoeveel keer wordt er wel niet gebeden zeg!
(Irene)


Dag 7 (24 juli) jeep-/ wandeltocht naar de Bromo
We vertrekken vroeg om de Bromo-vulkaan te bestijgen. In een uurtje rijden we naar een typisch Oost-Javaans dorpje waar we al jaren te gast zijn. Hier gaan we op koffievisite bij een familie. Misschien is er tijd om de lagere school te bezoeken (als er tenminste die dag school is) of om met de plaatselijke voetbaljeugd te voetballen, maar dan moet je je er wel op voorbereiden dat we ingemaakt gaan worden!
In dit dorpje wisselen we van vervoermiddel. Onze bus maakt plaats voor stevige open jeeps, waarop we staand een avontuurlijke rit maken door het vulkaanlandschap tussen Bromo en Semeru naar het beginpunt van onze trektocht. We dalen af in de grote krater, waar de Bromo in ligt, en lopen in ongeveer drie uur over een grillig zwart gestolde lavazee naar de andere kant van de kraterrand, waar we in de namiddag ons hotel bereiken. Als je geen zin hebt in deze wandeling kun je ook een gedeelte met paardjes afleggen of met de jeeps doorrijden (optioneel). Het hotel is schitterend gelegen op de kraterrand. Als de zon ondergaat boven de krater mag je dat absoluut niet missen. ‘s Avonds is het erg gezellig in het restaurant. Er wordt muziek gemaakt en bij kaarslicht heerst er een echte ‘chaletsfeer’.

We verlaten Malang nadat er een mooie groepsfoto van ons voor Tante Enny’s plakboek is gemaakt. Veel groeten en tot volgend jaar natuurlijk!Malang is uitgestrekt, we rijden zowat vijf kwartier om er uit te komen, dan gaan we langzaamaan weer de bergen in en stoppen in een dorpje ( ). Hier gaan we op de thee/koffie bij een familie. Er staan zelfs lekkere chocoladetaartjes voor ons klaar. De familie heft de reis naar Mekka vast al gemaakt, want overal in de kamer zijn kleedjes met Arabische spreuken. Obbo geeft ons nog college over het Bromocomplex aan de hand van een groet foto uit het huis, maar hij wordt langzaamaan overstemd door tientallen stemmetjes van kinderen and e school ernaast die we zullen gaan bezoeken. De kinderen dragen een schooluniform, ze dringen steeds verder de kamer in en de brutaalsten durven in het engels je naam te vragen. Als ze ‘m herhalen voor je proesten ze het uit van het lachen. De jongetjes duwen elkaar naar voren en giechelen even hard als de meiden. Het gegons neemt de vorm aan van een enorme bijenzwerm als we naar buiten gaan om de school te bezoeken. Sybren stapt nog even de bus in om andere schoenen aan te doen voor het voetbal en kan er niet meer uit. Geheel in stijl met de Indonesische normen begint ook hij Hallo-hallo te roepen...
Op het bord van Klas VI staat een aardrijkskunde les, we vullen de hoofdsteden bij de ASEAN landen in en weten alleen die van Brunei niet. In Klas IV leert men Arabisch en in III staat er taal op het bord. De kinderen gaan i.p.v. voetbal voetvolleybal spelen aan het net op het schoolplein. Nadien vervolgen we onze weg op 4 jeeps staand in de bak. De jeep achter ons herbergt 3 Lawrences of Arabia. De bergweg is zelfs voor de jeeps geen peuleschil meer, dus we slaan regelmatig af moeten duwen. (Irene).

We gingen met de jeep omhoog. Daarna gingen we wat lopen. Na een tijdje mocht je kiezen of je weer in de jeep ging of je ging verder lopen. Toen ging ik lopen en het was net een woestijn. EN toen hadden we nog twee uur gelopen en toen waren we bij het hotel Lava View Lodge (Annefloor).

Na deze barre tocht hadden we het behoorlijk koud en schaften we wollen mutsen en dassen aan bij de Tibetaanse uitziende mannetjes. Ook de vloer van ons huisje is koud en we hebben gewatteerde dekens. In het restaurant was ’s avonds live muziek a la The Blue Diamonds (Irene)

Dag 8-9 (25 juli en 26 juli) Bromo/ Kalibaru
Je kunt 's morgens vroeg opstaan om de zonsopgang op de Bromo mee te maken. Met jeeps kunnen we naar een spectaculair panoramapunt rijden. Het uitzicht op Bromo, Semeru en het Tenggergebergte hier is werkelijk adembenemend. Ook erg leuk is het om midden in de nacht met paardjes, alleen bijgelicht door de sterren, naar de vulkaan te rijden.
Na een stevig ontbijt rijden we in een uur of vijf naar Kalibaru. Ons koloniale hotel hier ligt heel bijzonder, midden tussen kruidnagel- en koffieplantages. Je bent hier echt één met de natuur.
We hebben hier een volle dag om uit te rusten bij het zwembad of over de plantages te wandelen en te leren over hoe de verschillende gewassen verbouwd worden. Ook zijn er in de omgeving tochten te maken.

Dag 8 (26 juli 2009)
Deze dag begon heel vroeg voor ons (Rob, Emilie en Sybren). De wekker stond klaar om 4 uur. Na wat gehaast kwamen we bij de paardjes, we zouden deze ochtend de Bromo beklimmen en met piepkleine paardjes daar naar toe rijden. Het was nog pikkedonker, maar toen we de krater inliepen kwam de maan van achter een wolkje tevoorschijn en zette de hele krater in een zilverachtig licht. Je kan nu goed de gestolde lavastromen zien die de Bromo ooit had uitgespuugd. N a een tijdje rijden met de paardjes kwamen we aan bij de Bromo, daar wachtte een ongelofelijk steile en lange trap op ons. Na een zware klim en helemaal buiten adem kwam de zure zwavellucht die opsteeg vanuit de krater ons tegemoet waaien. We rustten even uit op de kraterrand, en ik liep verder om echt goed van de zonsopkomst te gaan genieten. Ik liet papa achter want hij had weer een beetje last van hoogtevrees, dus ik liep over een smalle kraterrand samen met Felix en Otto naar een geschikt plekje om heel “romantisch” naar de zonsopkomst te gaan kijken. We hadden een prachtig uitzicht vanaf de Bromo met achter ons enorme rookwolken van de slapende draak, de Bromo, en voor ons de grote krater gehuld in mist en nevel, die langzaam werd belicht door de opkomende zon. Rond een uur of 6 was de zon opgekomen van achter de wolken en liepen we terug naar de trap om beneden weer op onze paarden te stappen. Algauw bouwde mijn paard een enorme achterstand op en lieten Emilie en papa mij ver achter zich. Uiteindelijk aangekomen bij het hotel sloeg de moeheid toe en zat ik te dromen aan het ontbijt. Na het ontbijt pakten we onze spullen en laadden we ze op busjes. Vooral met Maria’s grote koffer, die ongetwijfeld haar uitgebreide beautycase bevatte, hadden de iele mannen moeite. We stapten in en redden naar Kaliber. Van de reis zelf heb ik weinig meer gemerkt want de gemiste slaap moest nog een keer ingehaald worden. We kwamen aan in Kalibaru. Dit hotel (Margo Utomo II) lag midden tussen de plantages, en, natuurlijk niet onbelangrijk, het had een zwembad, waar er de rest van de dag in- en omheen hebben gehangen. ‘s Avonds hadden we een niet al te uitgebreide rijsttafel, maar wel een bandje waarvan de leden nog veel leken op die va Bob Marley en d Wailers. Ik heb maar snel na het eten mijn bedje opgezocht en heb dan ook heerlijk geslapen (Sybren)

dag 9
Blij dat we laat op kunnen staan! Om half elf ga ik mee naar de echte Margo Utomo plantage. Er groeit vanille, Koffie, kruidnagel, kaneel, nootmuskaat, cacao en kokospalm (voor noot of suiker). Ook uit arumpalm wordt suiker gewonnen. Dagelijks klimmen mannen de metershoge palmen in om uit de kokosbloemen nectar te winnen; dit wordt ingekookt in grote woks, zo’n 30% blijft over als stroop. Er staat ook peper, zwarte peper is onrijp, witte is rijp. Er worst ook latex getapt uit rubber bomen. Aan de rand van het perceel zorgen mahonie en bananenbomen voor de windkering, bij de wisseling van de seizoenen kan het namelijk behoorlijk hard waaien. Mahoniebomen worden na 30 jaar gekapt.
Vanilleteelt is erg arbeidsintensief. De planten moeten handmatig bestoven worden terwijl de bloemen maar drie uur bloeien. Na 5 jaar is zo’ plant uitgeput (want de ranken worden te lang) en moet je hem stekken. Bovendien moet hij beschaduwd staan zodat de temperatuur 23-28 graden blijft. Voor aan de plantage is een kleine dierentuin met beo’s parkieten, een stekelvarken en een vliegende hond (wat een vies beest). E plantage heft 60 Friese koeien voor de melk van Kalibaru (ochtendmelk) en voor export naar Bali (avondmelk), een koe geeft ca 15 liter. Zee ten allerlei schillen, wortels en plantafval. Op d terugweg komen we langs veel winkeltjes met pannen en eetgerei. Hier blijft de stad om bekend te staan. Emilie en ik kopen ere en visklemmetje voor de BBQ (ikan bakar). Het tochtje van nog geen halve kilometer heeft heel wat hallo’s uit kinder- en volwassen kelen ontsnappen. We zijn kennelijk een bezienswaardigheid. Bij de winkel om de hoek kopen we 10 jeruk (rp 12.000) en chips voor in de bus morgen.(Irene)

Na een dagje relaxen aan het zwembad en een beetje lezen, moesten we dan toch in beweging komen. Want om half vijf zouden er jongens uit het dorpje gaan voetballen op een veldje dicht bij ons hotel. Onze reisleider vertelde ons dat zij het altijd leuk vonden als er grote witte mensen mee zouden doen. Dus de grote witte mannen (Jasper, Youri, Albert, Rob en ik) kwamen trots het veld op zetten. De opstelling van dit sterren team was als volgt; Rob op het goal, Youri en Jasper voor in, Sybren achter en Albert overal. na eventjes spelen besloten we dat het eerlijker was als we de teams zouden mixen, dus nu hadden we gemixte teams. Die kleine jongetjes konden akelig goed voetballen, en maakten dan ook het ene na het andere trucje. Maar ook ik ging lekker. Na ongeveer 20 minuten spelen kopte ik een corner zo in de rechter kruising. Ja, er was geen houden aan zelfs niet voor onze ster keeper uit Twello. Het was vast deze morele schok die er voor zorgde dat Rob afscheid nam van het speelveld. Wij gingen lekker door. en ja hoor, vijf minuutjes later stond Sybren weer voor het goal, en hij schoot hem met een mooie ommehaal het goal in. Uiteindelijk werden er te veel doelpunten gemaakt aan beide kanten, zodat we niet weten wie er uiteindelijk gewonnen heeft. Nou, na bijna anderhalf uur was het potje afgelopen en schudden we de tegen partij netjes de hand. Jasper deed als een echte ster speler en gaf zijn T-shirt weg. En we gingen op weg naar onze kleedkamers om is heel hard te douchen.(Sybren)




BALI
Dag 10-12 strand Lovina (27-28-29 juli)
Vanaf Kalibaru is het niet meer zo ver meer naar de veerboot die ons naar Bali brengt. Op Bali moeten we dan nog een uur of twee rijden naar Lovina, aan de noordkust. Onderweg zien we al de eerste tempels en kunnen we bij een apentempel stoppen.
De komende dagen is het tijd voor zon en strand! Ons comfortabele hotel met tuin en zwembad ligt op 100 meter van het strand, dat hier overigens uit zwart vulkaanzand bestaat. Het massatoerisme is hier nog niet doorgedrongen en vanaf het strand kun je zien hoe de vissers elke dag uitvaren. Ook de zonsondergang vanaf het strand mag je niet missen!
Elke morgen kun je met kleine bootjes uitvaren om dolfijnen te ‘spotten’. Voor de kust van Lovina worden deze bijzondere beesten regelmatig gesignaleerd en de kans is dus groot dat je ze zult zien.
Ook is dit dé plek om te gaan snorkelen boven de riffen die hier voor de kust liggen. Er zijn hier zo veel vissen dat je het gevoel hebt in een tropisch aquarium te zwemmen!

Dag 10
De reis naar Bali begint om half 9/ Eerst is er nog wat oponthoud bij het betalen. We zwaaien nog even naar het mevrouwtje avn de jeruks, en weg zijn we.
Oost java is eigenlijk mooier dan midden, het is er wat groener en het lijkt iets minder dichtbevolkt. We rijden naar Banyuwangu. Voor hte veer moeten we de bus uit en lopend de boor op. We krijgen direct gezelschap van 10 zonnebrilverkopers. Als het Jasper wat te gortig wordt zegt hij: “ kom laten we allemaal onze eigen zonnebril opzetten” waarop hij de daad bij het woordt voegt en zijn eigen zonnebril opzet, waar dan prompt een glas uitvalt...”You new glasses, sir???” `”Yes, very good glasses sir!”
De oversteek van Ketapeng naar Bali duurt en uurtje. De afstand lijkt niets, maar de stroming schijnt zeer sterk te zijn. We moeten de klok 1 uur verder zetten. OP het land nemen we een lange weg waar we totaal niet op opschieten ( Op Annefloors verjaardag doen we hem nog eens en een dag later deels weer). Na een aantal kilometers lijkt Obbo een leuke lunchplek te zien. We zitten op een beschaduwde witte kader boven het strand (bijna mediterran daar).. tot er een aap aankomt, en nog een en nog een. Albert staat klaar met een grote stok, en stuurt met luidkeels ksssst aan op een aap-mesn conflict. De aap ontbloot zjn tanden al! Obbo ziet niets aan zo’n gevecht en offert 3 lunchbozes aan de goden (eh apen), en we stappen allemaal met onze bakjes snel in de bsu,,, intussen is er nog een dozijn aapjes bijgekomen die vanuit de bomen op de resten loeren. In de bus vraagt Obbo of we nog naar de apentempel willen vlakbij. Nou dat vindt niemand meer zo erg nodig hoor...
Na ongeveer twee uur komen we in Kalibukbuk en gaan naar Bali Taman Bungalows die mooi aan het zwarte strand gelegen zijn. De bewoners van de aanliggende kampong zijn meteen op het strand te vinden om ons van alles te verkopen...
(Irene)

dag 11
We staan lekker laat op uit ons gezellige 5 persoonshuisje met twee badkamers. Je kunt hier heerlijk ’s ochtends vroeg even zwemmen. Bij het ontbijt feliciteren we Thera die vandaag 37 wordt. Nicolien heeft het creatiefste cadeau; een massage door een van de dames van het strand.
In de ochtend gingen we naar Kalibukbuk om de taart voor de verjaardag van Annefloor te bestellen. De bakker heeft een heuse delicatessenwinkel, Emilie smelt voor een Ritter sport. Sybren kocht nog een groen Balinees schilderijtje voor op zijn kamer.
’s Middags veel gezwommen en gelezen en pineapplesap gedronken. De dames van het strand klimmen bijna over het hek heen. Maria, Edith en Nicolien kopen er nog wat stofjes bij…
’s Avonds hebben we nog een borrel van wege Thera’s verjaardag.

dag 12
Vandaag ben ik jarig. We gingen eerst dolfijnen kijken. Dat was heel mooi. Daarna gingen we snorkelen, toen zag ik heel veel vissen in heel veel kleuren. Op de terug weg een vliegende vis (net een dubbeldekker).Ik heb ook heel veel cadeautjes gekregen. Ik kreeg een hangmat en een fotoalbum en allerlei sieraden. ’s Middags kreeg ik ook nog een taart, die was heeeeel lekker en er lag een stuk chocola met er op:
Gefeliciteerd Annefloor 11
Dat was mijn verjaardag (Annefloor).

Dag 13-14 Munduk (30 en 31 juli)
Na al dat geluier wordt het nu weer tijd voor wat actievers! In een uur rijden we van Lovina de bergen in. Hoog in de bergen, prachtig gelegen in de rijstvelden, verblijven we hier in een zeer bijzondere accommodatie. Traditionele rijstschuren (lumbung) zijn onlangs omgebouwd tot comfortabele cottages, van alle gemakken voorzien. Het is heerlijk om hier op je terras te zitten en het water door de irrigatiekanalen van de rijstvelden te horen stromen.
Munduk is een ideale uitvalsbasis om mooie facultatieve wandelingen door de ongerepte binnenlanden te maken. Via een duurzaam toerisme project dat hier is opgezet kunnen lokale gidsen ingehuurd worden die de tochten begeleiden. Ook zijn er Balinese workshops te volgen als offertjes maken of Balinees koken en dansen. Al de inkomsten van deze activiteiten komen ten goede aan het project.

dag 13
Vandaag stond ik op om half negen om te gaan eten. Pancakes en ananas. Na het eten gingen we inpakken en om elf uur gingen we weg met minibusjes naar Munduk, dit was ongeveer een uur rijden. Het uitzicht hier is heel mooi. We hebben een huisje waar we met z’n allen in kunnen. Er staat een hemelbed in de kamer van Annefloor en mij en in die van papa en mama. En Sybren heeft een zolderkamer. We zitten midden in de bergen en overal zijn mooie bloemen. We gaan nu even eten en dan zijn er wandelingen naar een waterval of naar een giant tree (waringinboom). (Emilie)

Met zijn zessen vertrokken voor een hike van circa 3 uur. Met een minibusje en 1 plek te weinig. Maria offerde zich op om gebruik te maken van 2 aparte stoelen voor de rit. Gestart bij een heilige ficus, waar je makkelijk met zijn allen in kon staan. Daarna door de koffieplantages, rode en gele ananassen en rijstvelden afgedaald en opgeklommen. Gestopt voor Koffie. Uiteindelijk om 6 uur terug. Mooie tocht, (Rob)

Annefloor en Irene liepen met 7 van de groep naar de waterval. Een kort tochtje door het oerwoud onder aanvoering van Rico. Frank en Edith hadden wat moeite met het smalle muurtje in combinatie met hun hoogtevrees, je kon daar dan ook kiezen om of in het water, of in de afgrond te vallen..
We hebben ook gezien hoe citroengras groeit. ’s Avonds met z’n allen in het restaurant Balinese rijsttafel gegeten met een concert van Mundukse anklungspelers die kennelijk nationale vermaardheid genieten. (Irene)


dag 14 Lumbung Bali cottages, Munduk, Banyar district

Vandaag stonden we om 8 uur op, gingen eten en gingen daarna om 9 uur weg..
Met minibusjes gingen we naar een heel mooi kratermeer samen met de Quartero’s.
Er waren daar kleine vissershuisjes in het water en aan de rand stond een tempel. In kleine kanootjes met houten palen ertussen voeren we op het meer. Papa en ik en Rox gingen nog even zwemmen, maar het was heel erg koud dus dat duurde niet lang. Na het varen gingen we naar een restaurant in de buurt en aten daar pisang goreng (gebakken banaan).
Daarna reden we weer terug naar het hotel. Daar lunchten we even en gingen daarna in het huisje lezen.
Om 5 uur gingen we koken. We kookten als voorgerecht soep, als hoofdgerecht een soort van dumplins en als dessert pannenkoekjes met kokos en koffie.

Alles was heel erg lekker, vooral het nagerecht. We krijgen ook nog het recept zodat we het zelf thuis kunnen maken.
Daarna was er nog een gamelanorkest onder het eten en danseressen. De danseressen nodigden mensen uit om mee te dansen en ieder kind van onze groep (behalve Alex en ik) zijn geweest.
(Emilie)


Dag 15 naar Ubud (1 augustus)
Dwars door de hooglanden van Bali dalen we af naar Ubud. Dit kunstenaarsdorp, gelegen tussen de groene sawa's, biedt genoeg vertier. Er zijn talloze winkeltjes en galerieën om inkopen te doen. Bovendien zijn er musea die een mooie collectie moderne Indonesische schilderkunst bezitten. Misschien kun je één van de vele kleurrijke feesten en ceremoniën bijwonen. 's Avonds kun je een dansvoorstelling gaan bekijken.
We slapen de komende drie nachten in een comfortabel hotel met zwembad en uitzicht op de rijstvelden.

Vandaag moesten we om 9.30 uur weg uit Munduk. We reden weer met de minibusjes. We reden dezelfde weg langs het meer waar we in hebben gezwommen. Daar gingen we foto’s maken en zagen we voor de 5e keer weer die mensen van het kapotte busje. Toen reden we verder en kwamen bij de tempel van Bedugal, waar papa en mama 18 jaar geleden zijn geweest. Het was een hele mooie tempel. Een beetje verdeeld in stukken. Een stuk lag in het water. Mama heeft daar nog een mooie tas gekocht bij een kraampje in de buurt. We gingen weer weg en reden door de rijstvelden naar Ubud.
En we kwamen aan bij het hotel Artini 3 cottages. We lunchten in het restaurant van het hotel en mam en ik gingen ’s middags in Ubud winkelen. Ik heb daar een Ganesha beeldje gekocht en mama een jurk, en samen een becak (we weten nog niet wie hem krijgt).
Op de terugweg kwamen we mama, Sybren en Annefloor tegen en gingen we samen met hen eten in een restaurant met uitzicht op een sawah. (Emilie)

De kecek Kecak ramayana (de dood van Kumbakarna) door de Krama Desa Ubud Kaja en de fire dance

(Sybren)


Dag 16 Ubud/ fietstocht (2 augustus)
De tweede dag in Ubud maken we een heel bijzondere fietstocht. We worden met de bus naar de rand van de Batur-vulkaan gebracht. Het uitzicht dat je hier 's morgens vroeg hebt op het kratermeer en Gunung Agung, Bali's hoogste berg, is fantastisch. Daarna volgt de fietstocht, die, omdat hij bergafwaarts gaat, niet al te zwaar is. We fietsen over kleine weggetjes en je krijgt de kans een Bali te zien dat nog maar weinigen kennen. Er wordt gezorgd voor lunch en er gaat een gids mee die van alles vertelt over het traditionele leven van de Balinees, ver weg van de toeristenstromen. Een prachtige tocht. Deze tocht is inbegrepen bij de prijs.

In Ubud verblijven we in Artini 3 cottages aan de rand van Ubud zuid in Jln Hanuman,, in 1990 waren we in Artini 2 cottages, wat toen de rand van het dorp was, maar nu ligt ingebouwd.

Vandaag maakten we een fietstocht met BALI BUDAYA TOURS. (Rob)





Gegeten in restaurant Indus in Ubud Noord



Dag 17 vrij Ubud (3 augustus)
In Ubud kom je tijd te kort. Dit is dé plek om je eens uitgebreid te laten masseren, eindeloos langs de vele winkeltjes en handwerkplaatsen te lopen of gewoon voor je kamer van het uitzicht over de rijstvelden te genieten.
Op verzoek kan de reisbegeleider een dagtoer samenstellen. Er is immers zoveel te zien op Bali: schitterende rijstterrassen op de flanken van Gunung Agung, half met regenwoud overwoekerde tempels en natuurlijk de beroemde zonsondergang bij Tanah Lot. Langs de weg vind je overal bontgekleurde processies en tegen de avond nemen de Balinezen massaal een bad in een irrigatiekanaal.


Dag 17

Deze dag met zwemmen begonnen (Irene en Annefloor) en toen ontbeten met fruit/pancake of toast. We gaan Ubud in om van alles te kopen, poloshirts, batiks, schilderijtjes en 2 krissen. We vinden een barretje met geode cappuccino en een japans restaurant wat on seen twijfelachtige lunch verkoopt (we wachten het af..). Na 15.00 uur hebben we het even gezien en gaan terug om te zwemmen. Nadien kopen Emilie en Irene nog wat batiks en een schilderijtje.
We eten met de groep bij Warung Wayan, een mooi restaurant met een tuinpaviljoenachtige aanleg. De paviljoenen hebben mooie dakjes met mozaiekachtige schilderingen er in. Voor het eerst eten we met een kinder- en volwassenentafel.

Dag 18-19 strand Legian (4 en 5 augustus)
Legian, gelegen aan de westkust, vormt de ideale strandafsluiting. Dit is dé plek om een surfcursus te doen, de golven hier zijn er geweldig voor. Het strand is breed en zwart met wit. Het bruisende centrum van Kuta met zijn winkelcentra en uitgaansgelegenheden ligt niet ver weg, maar ook de smaakvolle boetiekjes en restaurants van Seminyak en Canggu liggen op een korte taxirit afstand.
Geniet nog een keer van de mooie zonsondergang, terwijl je een sateetje eet bij één van de eetstalletjes aan de boulevard.

Dag 18
Vertrokken uit Ubud om naar Legian te rijden; het wordt Seminyak, in een hotel ongeveer 200 m van het strand. De golven zijn superhoog. We lunchen bij Cin-cin, de jongens spelen pool.
‘s Avonds zeer luxe gegeten bij Gado-gado op het palmenstrand. (Irene)


Dag 19

Vandaag gingen papa, mama, Sybren en ik allemaal surfen. Sybren en papa samen met Youri, Felix en Jasper om 9 uur en mama en ik samen met Rox en Alex om 11 uur. Om half 10 gingen mama, Annefloor en ik even kijken bij de anderen. Papa kon niet staan op de plank en zat aan de kant. De anderen lukte het wel om even op de plank te blijven staan.
De jongens hadden allemaal geschuurde buiken en Youri’s zwembroek was kapot gegaan dus ik was blij dat ik een T-shirt bij me had.
We hadden met de mannen van het surfen afgesproken dat we allemaal twee uur mochten, maar zij zeiden van niet en liepen na een uur al weg. Ze kwamen ook niet terug dus wij dachten dat we niet meer mochten. Maar uiteindelijk kwamen ze toch weer toen we net wilden gaan lunchen. Dus toen gingen wij surfen. Iedereen had een begeleider voor zichzelf en die nam je dan steeds mee in de golven, draaide je om en zo ging je dan mee met de golven en probeerde je op je board te gaan staan. Je moest je met je armen opdrukken en dan heel snel gaan staan en vooral ook lang blijven staan.
Bij mij ging het wel aardig goed en bij Alex ook. De begeleider van Roxanne liep steeds weg dus die kon niet veel doen. Mama kwam steeds tot haar knieën te staan.
Er kwam op het einde een hele grote golf en toen kregen mama en ik onze surfplanken tegen ons aan. Mama kneusde haar hand en ik kreeg een vin in mijn buik die afbrak dus dat werd een grote blauwe plek. Gelukkig deed het bij mij niet zo’n pijn.
Na het surfen gingen we nog wat eten en de rest van de dag zwemmen in het zwembad en voor de laatste dag zonnen.
Om 5 uur vertrokken we met minibusjes naar een restaurant aan zee waar we vis aten. De zonsondergang was daar heel mooi.
Het vis eten was een beetje een probleem want voordat we het kregen was het al donker geworden en konden we niet echt meer zien wat we aten dus heb ik alleen maar rijst met groente gegeten. Papa heeft daar nog een foto gemaakt van alle kinderen op een muurtje bij de zonsondergang. (Emilie)


Dag 20-21 vlucht Amsterdam (6 en 7 augustus)
We namen eerst afscheid van Amber en Nori en hun ouders voor we naar het vliegveld gingen. Daar namen we afscheid van Obbo. Daarna moesten we
wachten op het vliegtuig toen moesten twee uur vliegen daarna moesten
we negen uur wachten in Singapore daarna ging Jasper een iPod touch
kopen daarna gingen we in het vliegtuig daar zaten we twaalf uur in
het vliegtuig toen hebben films gekeken toen kwamen we in Duitsland
aan daar zouden we vier uur moeten wachten maar het vliegtuig had twee
uur vertraging. Toen we eindelijk op Schiphol aan kwamen regende het
heeeeeel hard en toen was de accu leeg gelopen. Daarom moesten we duwen in de harde regen. Toen wouden we de ANWB bellen alleen de telefoon was kapot van de regen, toen is pappa naar het kinder dag verblijf een eindje verder op gelopen en heeft daar gebeld toen kwam de ANWB en konden we naar huis.
(Annefloor).

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Indonesië, Bali

Actief sinds 13 Juni 2011
Verslag gelezen: 969
Totaal aantal bezoekers 52998

Voorgaande reizen:

06 April 2016 - 10 April 2016

Dna reizigers

04 Juli 2015 - 24 Juli 2015

Rubyteam And the Boston teamparty

08 Juli 2014 - 21 Juli 2014

Ruby team meets uncle Sam

10 April 2014 - 10 April 2014

Griekenland

12 Juli 2013 - 12 Augustus 2013

Rubyteam alpine

14 Juli 2012 - 07 Augustus 2012

Rubyteam: Smaragd revisited

29 December 2011 - 06 Januari 2012

Rubyteam along river Jordan

18 Juli 2011 - 11 Augustus 2011

ZuidItalie

14 Februari 2010 - 26 Februari 2010

Rubyteam and the Sphynx

30 November 2009 - 30 November 2009

Rubyteam goes shanti shanti

10 Juli 2008 - 07 Augustus 2008

Rubyteam in de gordel van smaragd

10 Juli 2006 - 10 Augustus 2006

Rubyteam in Laos

07 Juli 2005 - 30 November -0001

Rubyteam in China

Landen bezocht: